Aanpassing dosering van antimicrobiële geneesmiddelen en antimycotica bij verminderde nierfunctie
Antibioticaformularium OLVG Oost-West
- De eerste dosis kan – indien er geen contra-indicaties zijn bij een gegeven GFR – altijd volledig worden gegeven (100%), daarna aanpassen conform tabel.
- Aanpassing kan door vermindering van het aantal giften en/of dosisreductie (aangegeven als percentage van de standaarddosis voor volwassenen);
- Indien alleen een interval is aangegeven blijft de dosis gelijk
- Indien alleen een percentage (van de dosis) is aangegeven blijft het interval gelijk
- Indien beide staan aangegeven worden beide aangepast
- Als een cel leeg is vindt er geen aanpassing in dosis of interval plaats
- Afkortingen: GFR = glomerular filtration rate, I.V. = intraveneus, P.O. = per os, HD=hemodialyse, PD= peritoneaaldialyse.
Antibioticum | route | Standaard-dosis | GFR 30-50 | GFR 10-30 | GFR <10 | HD/PD | Opmerkingen |
Aciclovir
|
I.V. | 3 dd 5-10 mg/kg |
2 dd
|
1 dd
|
1 dd 50% |
HD: dosis na dialyse PD: zie klaring < 10 ml/min |
|
Amfotericine B (conventioneel) Geen aanpassing aan nierfunctie. Bij GFR <50 overweeg switch naar liposomaal. |
I.V. | 1 dd 0,25-1,5 mg/kg of als continue infusie | HD/PD: dosering onafhankelijk van nierfunctie, overweeg switch naar liposomaal |
Bronnen geven verschillende adviezen: bij parenterale toediening van conventioneel amfotericine B: creatinineklaring 10-50 ml/min: gecontra-indiceerd [2] geen aanpassing vereist bij verminderde GFR/nierfunctie [5, 1] |
|||
Amfotericine B liposomaal Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. | 1 dd 3-5 mg/kg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [1,2,5] | |||
Amikacine Doseren op lean body mass |
I.V. | 1dd 15mg/kg, vervolgens op geleide van spiegels na 1e gift | doseringsinterval op geleide van spiegels na 1e gift | doseringsinterval op geleide van spiegels na 1e gift | 1dd 10mg/kg, vervolgens op geleide van spiegel na 1e gift | HD/PD: normale aanvangsdosis, vervolgens interval verlengen op geleide van de spiegel | ’s Avonds doseren van aminoglycosiden kan de kans op nefrotoxiciteit vergroten [4] |
Amoxicilline | P.O. | 750-3000mg in 2-3 doses | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [2] | |||
Amoxicilline – normale dosis
|
I.V. | 4 dd 1 g | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk |
[2,6] Bij verminderde nierfunctie is de halfwaardetijd van amoxicilline verlengd. Dit is echter gezien de therapeutische breedte niet relevant. |
|||
Amoxicilline – hoge dosis
|
I.V. | 4-6 dd 0,5-2 g of als continue infusie (max 12 gram bij endocarditis) | Aanpassen van de dosering is alleen nodig bij gebruik van een hoge dosering amoxicilline (12 g per dag) gedurende een langere periode; na 10 dagen behandeling moet worden overwogen de dosering te verlagen in overleg met apotheek of Antibioticateam. |
HD/PD: aanpassen van de dosering is alleen nodig bij gebruik van een hoge dosering amoxicilline (12 g per dag) gedurende een langere periode; na 10 dagen behandeling moet worden overwogen de dosering te verlagen in overleg met apotheek of Antibioticateam. Bij behandeling met hoge parenterale doses treedt zelden neurotoxiciteit (bijvoorbeeld convulsies) op.
|
[2,6] | ||
Amoxicilline-clavulaanzuur
|
P.O. | 3 dd 500+125 mg |
|
HD/PD: amoxicilline/clavulaanzuur 875/125 mg 2 x per dag | Bij verminderde nierfunctie neemt de klaring van clavulaanzuur af. Incidenteel worden levertest afwijkingen door clavulaanzuur gezien, echter na afronden van de kuur normaliseren deze veelal weer. Het risico op leverfunctiestoornis neemt toe bij een behandelingsduur langer dan 2 weken. Ook de klaring van amoxicilline neemt af. Dit is echter gezien de therapeutische breedte van amoxicilline klinisch niet relevant [2] | ||
Amoxicilline-clavulaanzuur
|
I.V. | 4 dd 1.000+200 mg | 2 dd 1.000+200 mg + 1-2dd amoxicilline 1000mg | 1 dd 1.000+200 mg + 2-3dd amoxicilline 1000mg |
HD: doseerfrequentie clavulaanzuur verminderen tot elke 12 uur en amoxicilline in de standaarddosering handhaven PD: amoxicilline/clavulaanzuur 1000/200 mg 2x per dag
|
Let op: Geef amoxicilline en amoxicilline-clavulaanzuur alternerend. [2,6] |
|
Azitromycine Geen aanpassing aan nierfunctie |
P.O. | 1 dd 250-1200 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [2,6] | |||
Aztreonam
|
I.V. | 4 dd 2000 mg | Oplaaddosis 1–2 g, gevolgd door 50% van normale dosis | Oplaaddosis 1–2 g, gevolgd door 25% van normale dosis | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | [5,6] | |
Benzylpenicilline – hoge dosis
|
I.V. | 4-6 dd 1-2 ME of als continue infusie tot max 24 ME/24 uur | 75% | 50% |
HD: endocarditis 6 miljoen eenheden per 24 uur als continue infusie overige indicaties 3 miljoen eenheden per 24 uur als continue infusie PD: de dosering is afhankelijk van de indicatie, per patiënt moet een afweging worden gemaakt tussen het beoogde effect, het risico op bijwerkingen bij overdosering, en therapiefalen bij onderdosering. |
[2,6] | |
Caspofungine – oplaad Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. | 1 dd 70 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [1,2,5] | |||
Caspofungine – onderhoud < 80 kg 1 dd 50 mg, > 80 kg 1 dd 70 mg |
I.V. | 1 dd 50 of 70 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [2] | |||
Cefazoline | I.V. |
3-4 g per dag in 3-4 doses (max 6 g/dag) of 3 g continu |
50% van de totale dagdosis in 2-3 doses | 25% van de totale dagdosis in 1-2 doses | normale aanvangsdosis, gevolgd door 500 mg 1x per dag |
HD: 20 mg/kg, max. 2 g, alleen op dialysedagen toedienen, na afloop van de Dialysesessie PD: 0,5 g 1x per dag Bij perioperatieve profylaxe gedurende 24 uur is aanpassen van de dosering niet nodig. |
Renale eliminatie: 80-100% [2,6] |
Cefotaxim
|
I.V. |
4-6 dd 1-2 g of 3 g continu |
4-6 dd | 4-6 dd |
4-6 dd 50% GFR <5: 2 dd 500 mg |
HD/PD: : zie klaring < 5 ml/min | [2,6] |
Ceftazidim
|
I.V. |
3 dd 1-2 g of 5 g continu |
2 dd 1-1,5 g | 1 dd 1-1,5 g | 1 dd 0,5-1 g |
HD: 1 g per dag, op dialysedagen na de dialyse toedienen
|
[2,6] |
Ceftriaxon Indien ook leverinsuff. max 2 g/dg |
I.V. | 1-2 dd 1-2 g | Max 2 gram/dag | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | [1,2,5] | ||
Cefuroxim
|
I.V. | 3-4 dd 1.500 mg | 2 dd 750-1500 mg | 1 dd 750-1500 mg |
HD: 750 mg 2x per dag, op dialysedagen tweede dosis na dialyse. PD: 750 mg 2x per dag |
Renale eliminatie: 95% [1,2,5] | |
Ciprofloxacine
|
P.O. | 2 dd 500-750 mg | 2 dd 50% of 1 dd 100% | 2 dd 50% of 1 dd 100% | HD/PD: geef de normale keerdosis met een interval van 24 uur tussen 2 doses. | [1,2,5] | |
Ciprofloxacine
|
I.V. | 2-3 dd 400 mg | 2 dd 50% of 1 dd 100% | 2 dd 50% of 1 dd 100% |
HD/PD: geef aanvankelijk de normale keerdosis met een interval van 24 uur tussen 2 doses; vervolgens eventueel doseren op geleide van de ciprofloxacinespiegel |
[1,2,5] | |
Clarithromycine
|
P.O. | 2 dd 250-500 mg (max. Dagdosis bij CF: 2 dd 1000 mg) | 2 dd 50% | 2 dd 25-50% | HD/PD: 250 mg 2x per dag of 500 mg 1x per dag | [1,2,5,6] | |
Clindamycine Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. / P.O. |
3 dd 300-600 mg
|
HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | ||||
Colistine | I.V. | Oplaaddosis 9.000.000 IE, gevolgd door 9.000.000 IE per dag in 2-3 doses | Oplaaddosis 9.000.000 IE, vervolgens onderhoudsdosering 5.500.000-7.500.000 IE per dag | Oplaaddosis 9.000.000 IE, vervolgens onderhoudsdosering 4.500.000-5.500.000 IE per dag | Oplaaddosis 9.000.000 IE, vervolgens onderhoudsdosering 3.500.000 IE per dag | HD/PD: oplaaddosis 9 milj. IE, vervolgens 2-4 milj. IE per dag in 1-2 doses | [2] |
Co-trimoxazol Niet bij GFR <10 tenzij geen alternatief, overleg dan met nefroloog
|
I.V. / P.O. |
2 dd 960 mg
|
eenmalig 100% gevolgd door 2 dd 50% | In overleg met nefroloog |
HD: 160 mg trimethoprim + 800 mg sulfamethoxazol 1x per dag, op dialysedagen toedienen na de dialyse; monitor de N4-acetylmetaboliet. PD: 160 mg trimethoprim + 800 mg sulfamethoxazol 1x per dag; bij behandeling langer dan 1 week monitor de N4-acetylmetaboliet. |
[1,2,5,6] Renale eliminatie: 20% |
|
Co-trimoxazol PJP therapeutisch[i] Niet bij GFR <10 tenzij geen alternatief, overleg dan met nefroloog. Streefwaarde dalspiegel sulfamethoxazol: 100-200mg/l |
I.V. / P.O. |
25/5 mg/kg 3 dd of 3 dd 1920mg (= 320 mg trimethoprim + 1600 mg sulfamethoxazol) |
eerste dag de standaarddosering van 3 dd 1920 mg, dan onderhoudsdosering 2 dd 1920 mg, spiegel na 3-5 giften (i.o.m. apotheker) Monitor de N4-acetylmetaboliet. |
In overleg met nefroloog: 1 dd 12,5/5mg/kg, spiegel na 2-4 giften (i.o.m. apotheker) |
In overleg met nefroloog (RDH: zie klaring < 15 ml/min) | [1,2,5,6] | |
Co-trimoxazol PJP profylaxe Niet bij GFR <10 tenzij geen alternatief, overleg dan met nefroloog |
P.O. | 1 dd 960mg | eerste dag 1 dd 960 mg, vervolgens 1 dd 480mg |
In overleg met nefroloog: 3x/week 480mg |
HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | [2,6] | |
Doxycycline Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. / P.O. | 1-2 dd 100 mg, 1dd 200 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [1,2,6] | |||
Erythromycine Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. | 4 dd 500-1.000 mg | Max. 2 g/dag i.v.m. ototoxiciteit | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | |||
Ethambutol Spiegelafname: bij voorkeur 2, 4 + 6 uur na inname (AUC) of enkel topspiegel 2-4 uur na inname (streefwaarde 3-5 mg/l). |
P.O. | 1 dd 15-25 mg/kg | 1 dd 15-25 mg/kg, spiegel na 3-5 giften i.o.m. apotheker | 1 dd 10 mg/kg, spiegel na 3-5 giften i.o.m. apotheker | 15mg/kg a 48 uur, spiegel na 3-5 giften i.o.m. apotheker | HD/PD: start met 25% van de standaarddosering; vervolgens dosering aanpassen op geleide van de spiegel. | [5] |
Flucloxacilline Bij GFR <30, een laag albuminegehalte en een dosering ≥ 8 g/dag kan spiegelcontrole zinvol zijn. |
I.V. / P.O. |
IV: 4-6 dd 1 tot 2 g of 4-12 g continu
PO: min. 4 dd 500 mg |
IV: 2-3 dd 1 g; bij endocarditis max. 6 g/dag |
HD/PD: endocarditis max. 6 g per 24 uur als continue infusie overige indicaties 1 g elke 8-12 uur als continue infusie |
Renale eliminatie: 55% [2,6] | ||
Fluconazol Op de 1e dag oplaaddosis = 2x standaarddagdosis |
I.V. / P.O. |
1 dd 50-400 mg
|
50% |
50%
|
25-50% |
HD: 50% van de standaarddosis per dag of 100% toedienen op dialysedagen na de dialyse. PD: zie klaring < 10 ml/min |
|
Flucytosine Doseren op lean body mass Streefconcentratie dalspiegel: 25-50 mg/l en topspiegel (15 min na inlopen): 50-100 mg/l |
I.V. |
4 dd 25-50mg/kg Na 24-48 uur top- en dalspiegel laten bepalen |
2 dd Na 24-48 uur top- en dalspiegel laten bepalen |
1 dd Na 24-48 uur top- en dalspiegel laten bepalen |
1 dd 50% Na 24-48 uur top- en dalspiegel laten bepalen |
HD: bij start interval verlengen naar 1x per 24 uur, vervolgens doseren op geleide van de spiegel, op dialysedagen toedienen na de dialyse . |
[2,3,5] |
Fosfomycine | P.O. | 3 g in 1 dosis | P.O.: aanpassing van de dosering is niet noodzakelijk [2,6] | ||||
Ganciclovir inductie Bij GFR <50 ml/min spiegel na 3-5 giften i.o.m. apotheker |
I.V. | 2 dd 5 mg/kg, bij GFR 50-70 ml/min 2 dd 50% | 1 dd 50% | 1 dd 25% | 3x/week 25% |
HD: 1e gift standaarddosis, vervolgens 1,25 mg/kg lich. gewicht toedienen na afloop van elke dialysesessie, op geleide van de spiegel. PD: gebruik vermijden; zie klaring < 10 ml/min |
[1,5] |
Ganciclovir onderhoud Bij GFR <50 ml/min spiegel na 3-5 giften i.o.m. apotheker |
I.V. | 1 dd 5mg/kg, bij GFR 50-70 ml/min 1 dd 50% | 1dd 25% | 1dd 12,5% | 3x/week 12,5% |
HD: 0,625 mg/kg lich. gewicht toedienen na afloop van elke dialysesessie, op geleide van de spiegel. PD: gebruik vermijden; zie klaring: <10 ml/min |
[1,5] |
Gentamicine Doseren op lean body mass Bij gebruik langer dan 3 dagen altijd op geleide van spiegels. Streefconcentratie dalspiegel: |
I.V. |
1 dd 5 mg/kg (max 400 mg/dag)
|
o.g.v. spiegel na opladen
|
o.g.v. spiegel na opladen | o.g.v. spiegel na opladen |
HD/PD: normale aanvangsdosis, vervolgens interval verlengen op geleide van de Spiegel. HD: Op dialysedagen: bij toedienen voor dialyse normale dosis; bij toedienen na de dialyse de helft tot een derde van de dosis. |
Renale eliminatie: 90% [1-6] |
Imipenem | I.V. | 4 dd 1 g in combinatiepreparaat met cilastatine | Normale oplaaddosis, gevolgd door 4 dd 50% | Normale oplaaddosis, gevolgd door 4 dd 50% | HD/PD: normale oplaaddosis, gevolgd door 4 dd 50% | [2,6] | |
Isoniazide Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. / P.O. | 1 dd 5 mg/kg | Maximaal 200-300 mg/dag [5] | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | |||
Itraconazol Bij GFR<30 alleen oraal i.v.m. stapelen van potentieel nefrotoxisch oplosmiddel cyclodextrine |
I.V. / P.O. | 1-3 dd 200 mg | 100% | alleen p.o. | alleen p.o. | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | |
Lamivudine | P.O. | HIV: 1 dd 300 mg of 2 dd 150 mg; chronische hepatitis B: 1 dd 100 mg | 100% |
Epivir® (HIV-infectie): klaring 15-30 ml/min: startdosis 150 mg, onderhoud: 100 mg 1x per dag
Zeffix® (Chronische hepatitis B) klaring 15-30 ml/min: startdosis 100 mg, onderhoud: 25 mg 1x per dag |
Epivir® (HIV-infectie): klaring 5-15ml/min: startdosis 150 mg, onderhoud: 50 mg 1x per dag
klaring < 5ml/min: startdosis 50 mg, onderhoud: 25 mg 1x per dag
Zeffix® (Chronische hepatitis B) klaring 5-15 ml/min: startdosis 35 mg, onderhoud: 15 mg 1x per dag
klaring < 5ml/min: startdosis 35 mg, onderhoud: 10 mg 1x per dag
|
HD/PD: Epivir® (HIV-infectie) startdosis 50-150 mg, vervolgens 25-50 mg 1x per dag, op geleide van de spiegel. Zeffix® (Chronische hepatitis B) startdosis 35 mg, vervolgens 10-15 mg 1x per dag, op geleide van de spiegel |
[2] Bij verminderde nierfunctie nemen AUC en Cmax van lamivudine toe en de klaring af. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd. Aanpassen van de dosering beïnvloedt de dalspiegel. Als de dalspiegel niet voldoende hoog is, is de antivirale werking mogelijk niet voldoende; dit kan resistentie tot gevolg hebben. |
Linezolid Bij GFR<30 verhoogde kans op bijwerkingen door stapelen van metabolieten |
I.V. / P.O. | 2 dd 600 mg |
Gebruik maximaal 28 dagen [5] |
HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | |||
Meropenem | I.V. |
3 dd 1000 -2.000 mg of 3-5 g continu |
2 dd 100% |
2 dd 50%
eerste dosis de standaarddosis |
1 dd 50%
|
HD: 1-2 g per 24 uur in 1-2 doses, op dialysedagen toedienen na de dialyse. PD: 1-2 g per 24 uur in 1-2 doses. |
[6] |
Metronidazol Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. / P.O. | 3 dd 500 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | ||||
Moxifloxacine Geen aanpassing aan nierfunctie |
I.V. / P.O. | 1 dd 400 mg | HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk | [2,5] | |||
Nitrofurantoine Niet gebruiken bij GFR <50 i.v.m. niet bereiken van therapeutische concentratie in urine |
P.O. | 2 dd 100mg MGA (met gereguleerde afgifte) of 4 dd 50mg |
niet gebruiken | niet gebruiken | niet gebruiken | HD/PD: niet gebruiken | |
Piperacilline/tazobactam
|
I.V. | 3-4 dd 4500mg |
3-4 dd 50-75% (max. 12 g piperacilline/dag)
|
3-4 dd 50% | 2-3 dd 50% |
HD: piperacilline/tazobactam 4 g/0.5 g elke 12 uur, na elke dialyse een extra dosis van 2 g/0.25 g
|
[1,2] |
Pyrazinamide Bij GFR<10 na 3-5 giften spiegel laten bepalen i.o.m. apotheek |
P.O. | 1 dd 30 mg/kg | 50-100% |
HD: zie klaring < 10 ml/min of 25–30 mg/kg na dialyse PD: zie klaring < 10 ml/min |
|||
Rifampicine
|
I.V. / P.O. |
1 dd 10 mg/kg max 600 mg
|
50-100% | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | [1] | ||
Teicoplanine Streefwaarde dalspiegel: afhankelijk van indicatie. Zie onderstaande link https://tdm-monografie.org/monografie/Teicoplanine
Bij teicoplanine oraal i.v.m. clostridium is aanpassing van de dosering niet nodig |
I.V. |
Starten met 3 giften van 6 mg/kg à 12 uur, gevolgd door 1 dd 6-12 mg/kg. Overleg met apotheker over spiegels |
Na 3 dagen dosering halveren. Overleg met apotheker over spiegels |
Na 3 dagen dosering verlagen tot ⅓. Overleg met apotheker over spiegels |
Na 3 dagen dosering verlagen tot ⅓. Overleg met apotheker over spiegels |
HD/PD: zie klaring < 30 ml/min | [2,5] |
Tobramycine Doseren op lean body mass Streefwaarde dalspiegel: < 0,5-1mg/l |
I.V. |
1dd 3-5 mg/kg (max 400mg/dag)
Dalspiegel voor de 3e gift
|
Start met 1 dd 100%, dalspiegel voor de 2e gift, vervolgdosering op geleide spiegels |
Start met 1 dd 100%, dalspiegel voor de 2e gift, vervolgdosering op geleide spiegels | Start met 1 dd 100%, dalspiegel voor de 2e gift, vervolgdosering op geleide spiegels | HD/PD: zie klaring < 10 ml/min | |
Vancomycine Geen aanpassing nodig bij verminderde klaring i.v.m. geen systemische opname
|
P.O. | 4 dd 125-250 mg | Orale behandeling uitsluitend voor lokale therapie. | ||||
Vancomycine – oplaad (bij continu infuus of ernstig zieke patiënt) Oplaad onafhankelijk van GFR |
I.V. | Eenmalig 25 mg/kg max 2000 mg; de infusiesnelheid is max. 10 mg/min |
Vancomycine toediening en TDM | ||||
Vancomycine -onderhoud Bij voorkeur via continue infusie spiegel bepalen na 3-5 giften of na 24 uur continu infuus (na opladen)
Streefwaarde continue spiegel: 17-22mg/l Streefwaarde dalspiegel: 10-15 mg/l |
I.V. | 2000mg/24 uur continu of 2 dd 1000mg |
o.g.v. spiegel spiegel binnen 24 uur, bv 6-10 uur na 1e toediening |
o.g.v. spiegel spiegel binnen 24 uur, bv 6-10 uur na 1e toediening |
o.g.v. spiegel spiegel binnen 24 uur, bv 6-10 uur na 1e toediening |
HD/PD: zie klaring < 10 ml/min |
Nierfunctie Dosering continu (mg/24 uur)[7]
eGFR <30 500
eGFR 30-39 750
eGFR 40-49 1000
eGFR 50-59 1250
eGFR 60-79 1500
eGFR 80-89 1750
eGFR >90 2000 |
Voriconazol - oplaad Dag 1 (2 giften)
|
I.V. / P.O. |
IV: 6 mg/kg per 12 uur
P.O.: <40 kg: 200 mg per 12 uur; >40 kg: 400 mg per 12 uur |
HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk. Alleen oraal geven. | [2,5] | |||
Voriconazol – onderhoud Na +/- 3 giften dalspiegel afnemen Streefwaarde dalspiegel: 1-6 mg/l |
I.V.
P.O. |
IV: 4 mg/kg elke 12 uur (indien dit niet wordt verdragen dosis verlagen naar 3 mg/kg elke 12 uur
P.O.: 2 dd 200 mg |
HD/PD: geen aanpassing noodzakelijk. Bij voorkeur oraal geven. | [2] De intraveneuze formulering dient volgens de fabrikant en het NKFK niet langer dan 6 maanden te worden toegepast, vanwege een onzuiverheid in de hulpstof SBECD (sulfobutyletherbetacyclodextrine). Deze onzuiverheid is in studies bij knaagdieren carcinogeen gebleken. Bij onderhoudsbehandeling bij voorkeur oraal geven. |
Referenties:
[1] UpToDate. Beschikbaar via: https://www.uptodate.com/contents/search. Geraadpleegd op: oktober 2023
[2] KNMP Kennisbank. Beschikbaar via: https://www.kennisbank.knmp.nl. Geraadpleegd op: augustus 2024.
[3] TDM Monografie. Beschikbaar via: https://tdm-monografie.org. Geraadpleegd op: oktober 2023.
[4] Prins JM, Weverling GJ, van Ketel RJ, Speelman P. Circadian variations in serum levels and the renal toxicity of aminoglycosides in patients. Clin Pharmacol Ther. 1997(62):106-11.
[5] The Renal Drug Handbook, 5th edition. 2019 by Taylor & Francis Group, LLC.
[6] SWAB-richtlijn. Beschikbaar via: https://adult.swabid.nl/. Geraadpleegd op: augustus 2024.
[7] A Validated Dosing Table for Continuous Infusion of Vancomycin, Erik van Maarseveen, Daniël Touw, Annemien Bouma, Arthur van Zanten. UMCU.